Speklapjes niet per se slecht voor diabeten
Geplaatst: di feb 15, 2005 12:45 pm
Hoed u voor vette spijzen, adviseren alle grote diabetesverenigingen hun leden. Logisch, want afvallen blijft de beste remedie tegen de aandoening. Maar voor uitzichtloos zwaarlijvige diabeten heeft arts-onderzoeker Peter Bisschop een opwekkende boodschap: vetrijk eten kan de suikerstofwisseling verbeteren.
De jongste advertentiecampagne van het Diabetes Fonds is er vooral op gericht hardnekkige misverstanden om zeep te helpen. Dat diabetes een ouderdomsziekte zou zijn, bijvoorbeeld. Niets van waar. Nou ja, bijna niets. Vroeger ging het op, maar omdat we en masse alsmaar meer en alsmaar vetter zijn gaan eten, komt de meest gebruikelijke diabetesvariant op steeds jongere leeftijd voor. Dertigers en veertigers met die variant - ‘type-2 diabetes’- zijn inmiddels geen zeldzaamheid meer, en in de altijd vooroplopende Verenigde Staten zijn warempel de eerste kinderen met de aandoening al gesignaleerd. Ook omvang en ernst van type-2 diabetes blijken duchtig te worden onderschat. In totaal telt Nederland nu al 750.000 geregistreerde patiënten, en door de epidemisch toenemende zwaarlijvigheid komen daar jaarlijks nog zo’n 65.000 bij. Gemiddeld hebben zij een tien jaar kortere levensverwachting dan hun gezonde landgenoten, en de gevolgen van de ziekte drukken vaak zwaar op hun laatste levensjaren. Slechtziendheid, nierproblemen, hart- en vaatziekten en zelfs dementie behoren tot de vertrouwde complicaties. Het goede nieuws, zoals het Diabetes Fonds evenmin verhult, is dat een verstandige omgang met de ziekte de schade aardig kan beperken. Afslanken levert bij vrijwel iedere patiënt het meeste op. De chronisch verhoogde hoeveelheid glucose in het bloed, aanstichter van alle narigheid, zal er onherroepelijk door afnemen. Maar wie echt niet tot afvallen in staat is, komt met pillen, regelmatig bewegen en een verstandig eetpatroon vaak al een heel eind. Waarmee de vraag rijst: wat is een verstandig eetpatroon? Volgens alle grote diabetesverenigingen moeten we denken aan een dieet met weinig vet. Maar misschien is dat ook wel zo’n misverstand dat op de helling moet.
Milkshakes
‘Het advies om vetarm te eten is gebaseerd op regionale verschillen’, zegt arts-onderzoeker Peter Bisschop. ‘In Afrika en rond de Middellandse Zee komen hart- en vaatziekten weinig voor. Afrikanen zijn rijsteters, die voeden zich met veel koolhydraten en weinig vet. In de landen rond de Middellandse Zee wordt weliswaar iets vetter gegeten, maar daar gaat het vooral om onverzadigde vetzuren. Dan ligt de associatie voor de hand. Vet veroorzaakt kennelijk hart- en vaatziekten en je wordt er zwaarlijvig van. Diabetici zijn meestal zwaarlijvig en ze hebben een sterk verhoogde kans op hart- en vaatziekten, dús vet zal het probleem verergeren.’ Bisschops promotieonderzoek, opmerkelijk genoeg een van de weinige gerandomiseerde, gecontroleerde studies op het gebied van diabetes en eetpatronen, zet die conclusie op losse schroeven. In het AMC onderwierp de promovendus een groep gezonde proefpersonen en een groep diabetespatiënten aan verschillende dieetregimes. Eerst gaf hij beide groepen ruim anderhalve week niets anders dan driemaal daags een vetarme, koolhydraatrijke milkshake, en vervolgens gedurende een even lange periode uitsluitend milkshakes die vetrijk en koolhydraatarm waren (‘een soort Atkinsdieet’). Het eiwitgehalte was in beide shakes hetzelfde, terwijl het aantal calorieën waarborgde dat iedere deelnemer zijn oude gewicht zou houden. Wat Bisschop interesseerde was eerst en vooral het effect op de glucosespiegel, en zoals verwacht liep dat uiteen.
Een vetarm, koolhydraatrijk dieet bleek het glucosegehalte bij gezonde mensen omhoog te brengen. Direct verantwoordelijk was de verhoogde glucoseproductie in de lever. ‘Koolhydraten worden in de darmen omgezet in glucose, samen met vet de belangrijkste brandstof van het lichaam’, verklaart de onderzoeker. ‘Een deel van die glucose wordt onmiddellijk gebruikt, en de rest wordt in de lever opgeslagen in de vorm van glycogeen. In geval van brandstofschaarste kan het lichaam dat weer omzetten. Wat je nu bij een koolhydraatrijk dieet ziet gebeuren, is dat die omzetting sterk wordt gestimuleerd. Het lichaam gaat vooral glucose als brandstof kiezen, kennelijk als gevolg van de toenemende glycogeenvoorraad.’
Verlaagde bloedsuikerspiegel
Bij diabetespatiënten bleek zo’n vetarm en koolhydraatrijk eetpatroon een vergelijkbare invloed te hebben. Door het overdadige glycogeenaanbod werd de toch al verhoogde glucosespiegel nog verder opgevoerd. En anders dan veelal wordt verondersteld, had ook de insulinegevoeligheid van hun lever geen baat bij vetarme spijzen. Bisschop: ‘Een toenemende ongevoeligheid voor insuline is een van de typische kenmerken van type-2-diabetes. Daardoor wordt de glucoseproductie onvoldoende geremd, terwijl de lichaamscellen steeds moeilijker glucose gaan opnemen. Als een dieet de productie van glucose bij diabetici niet vermindert, zou het dus op z’n minst het effect van insuline moeten opkrikken. Maar niets van dat alles.’
En een vetrijk annex koolhydraatarm dieet?
Bij gezonde mensen leek het effect daarvan weinig goeds te voorspellen. Het gebrek aan koolhydraten leidde, voorspelbaar genoeg, tot een verminderde glycogeenvoorraad in de lever. Die vermindering bleek de glucoseproductie te remmen – dat was het goede nieuws. Het slechte nieuws was dat de insulinegevoeligheid van de lever tegelijkertijd afnam.
’Als je dat bij gezonde mensen ziet gebeuren, hou je je hart vast voor de gevolgen bij diabeten’, aldus Bisschop. ‘Het laatste wat je wilt is de insulinegevoeligheid bij die patiënten nóg beroerder maken.’ Tot zijn verrassing pakte het anders uit. Net als bij gezonde proefpersonen zorgden de vette milkshakes bij diabeten voor een omschakeling in de stofwisseling. Vet werd de belangrijkste energieleveraar. En net als bij de gezonde populatie verminderde de glycogeenvoorraad in hun lever. Maar anders dan verwacht bleef de insulinegevoeligheid op peil. Nettoresultaat: een verlaagde bloedsuikerspiegel zonder verdere verslechtering van de lichaamsfuncties. ‘Precies wat je wilt’, glundert de onderzoeker.
Hoopgevend
Mogen we concluderen dat diabeten meer baat hebben bij een vetrijk dan bij een koolhydraatrijk dieet? Dat gaat de promovendus te ver. ‘Wat je kunt verdedigen is dat zo’n dieet bij patiënten voor wie afvallen geen reële optie is, een gunstige invloed heeft op de glucoseregulatie. Op voorwaarde dat ze er niet nóg meer van aankomen.’ Hij verwacht niet dat de diabetesverenigingen het voedingsadvies voor chronisch zwaarlijvigen spoorslags zullen wijzigen. ‘Eerst zal heel duidelijk moeten worden wat een vetrijk eetpatroon op de lange termijn doet. Of de vetstofwisseling er niet door verstoord raakt, zodat de kans op hart- en vaatziekten toeneemt.’ Maar ook in dat opzicht is het perspectief volgens hem gunstig. ‘De weinige lange-termijnonderzoeken die op dit moment voorhanden zijn, reiken tot een jaar. En in die periode zie je geen nadelige gevolgen voor de vetstofwisseling.’ Hoopgevende berichten, kortom.
En alsof het niet op kan, knoopt de promovendus er ook nog eens een splinternieuwe hypothese over het ontstaan van type-2-diabetes aan vast. De onomkeerbare switch van koolhydraten naar vet als primaire brandstof lijkt in dat proces een sleutelrol te spelen.
Bisschop: ‘Als je gezonde mensen elf dagen vetrijk eten voorschotelt, dat hebben we aangetoond, is hun lichaam geneigd vet te blijven gebruiken als voorkeursbrandstof. Zelfs als je ze insuline geeft, schakelen ze niet over op glucose. Dat gebeurt pas weer als ze iets met koolhydraten eten. Bij diabeten zie je iets dergelijks, alleen is het proces daar een fase verder. Door het overdonderende aanbod van vet kunnen diabeten helemaal niet meer terugschakelen naar koolhydraten als primaire energiebron. In mijn optiek is die blijvende aanpassing van het lichaam een van de allereerste stappen in het ziekteproces. De voorkeur voor vetbranding wordt chronisch - en dan kan de ongebruikte glucose zich alleen nog maar ophopen.’
Bron: AMC website
De jongste advertentiecampagne van het Diabetes Fonds is er vooral op gericht hardnekkige misverstanden om zeep te helpen. Dat diabetes een ouderdomsziekte zou zijn, bijvoorbeeld. Niets van waar. Nou ja, bijna niets. Vroeger ging het op, maar omdat we en masse alsmaar meer en alsmaar vetter zijn gaan eten, komt de meest gebruikelijke diabetesvariant op steeds jongere leeftijd voor. Dertigers en veertigers met die variant - ‘type-2 diabetes’- zijn inmiddels geen zeldzaamheid meer, en in de altijd vooroplopende Verenigde Staten zijn warempel de eerste kinderen met de aandoening al gesignaleerd. Ook omvang en ernst van type-2 diabetes blijken duchtig te worden onderschat. In totaal telt Nederland nu al 750.000 geregistreerde patiënten, en door de epidemisch toenemende zwaarlijvigheid komen daar jaarlijks nog zo’n 65.000 bij. Gemiddeld hebben zij een tien jaar kortere levensverwachting dan hun gezonde landgenoten, en de gevolgen van de ziekte drukken vaak zwaar op hun laatste levensjaren. Slechtziendheid, nierproblemen, hart- en vaatziekten en zelfs dementie behoren tot de vertrouwde complicaties. Het goede nieuws, zoals het Diabetes Fonds evenmin verhult, is dat een verstandige omgang met de ziekte de schade aardig kan beperken. Afslanken levert bij vrijwel iedere patiënt het meeste op. De chronisch verhoogde hoeveelheid glucose in het bloed, aanstichter van alle narigheid, zal er onherroepelijk door afnemen. Maar wie echt niet tot afvallen in staat is, komt met pillen, regelmatig bewegen en een verstandig eetpatroon vaak al een heel eind. Waarmee de vraag rijst: wat is een verstandig eetpatroon? Volgens alle grote diabetesverenigingen moeten we denken aan een dieet met weinig vet. Maar misschien is dat ook wel zo’n misverstand dat op de helling moet.
Milkshakes
‘Het advies om vetarm te eten is gebaseerd op regionale verschillen’, zegt arts-onderzoeker Peter Bisschop. ‘In Afrika en rond de Middellandse Zee komen hart- en vaatziekten weinig voor. Afrikanen zijn rijsteters, die voeden zich met veel koolhydraten en weinig vet. In de landen rond de Middellandse Zee wordt weliswaar iets vetter gegeten, maar daar gaat het vooral om onverzadigde vetzuren. Dan ligt de associatie voor de hand. Vet veroorzaakt kennelijk hart- en vaatziekten en je wordt er zwaarlijvig van. Diabetici zijn meestal zwaarlijvig en ze hebben een sterk verhoogde kans op hart- en vaatziekten, dús vet zal het probleem verergeren.’ Bisschops promotieonderzoek, opmerkelijk genoeg een van de weinige gerandomiseerde, gecontroleerde studies op het gebied van diabetes en eetpatronen, zet die conclusie op losse schroeven. In het AMC onderwierp de promovendus een groep gezonde proefpersonen en een groep diabetespatiënten aan verschillende dieetregimes. Eerst gaf hij beide groepen ruim anderhalve week niets anders dan driemaal daags een vetarme, koolhydraatrijke milkshake, en vervolgens gedurende een even lange periode uitsluitend milkshakes die vetrijk en koolhydraatarm waren (‘een soort Atkinsdieet’). Het eiwitgehalte was in beide shakes hetzelfde, terwijl het aantal calorieën waarborgde dat iedere deelnemer zijn oude gewicht zou houden. Wat Bisschop interesseerde was eerst en vooral het effect op de glucosespiegel, en zoals verwacht liep dat uiteen.
Een vetarm, koolhydraatrijk dieet bleek het glucosegehalte bij gezonde mensen omhoog te brengen. Direct verantwoordelijk was de verhoogde glucoseproductie in de lever. ‘Koolhydraten worden in de darmen omgezet in glucose, samen met vet de belangrijkste brandstof van het lichaam’, verklaart de onderzoeker. ‘Een deel van die glucose wordt onmiddellijk gebruikt, en de rest wordt in de lever opgeslagen in de vorm van glycogeen. In geval van brandstofschaarste kan het lichaam dat weer omzetten. Wat je nu bij een koolhydraatrijk dieet ziet gebeuren, is dat die omzetting sterk wordt gestimuleerd. Het lichaam gaat vooral glucose als brandstof kiezen, kennelijk als gevolg van de toenemende glycogeenvoorraad.’
Verlaagde bloedsuikerspiegel
Bij diabetespatiënten bleek zo’n vetarm en koolhydraatrijk eetpatroon een vergelijkbare invloed te hebben. Door het overdadige glycogeenaanbod werd de toch al verhoogde glucosespiegel nog verder opgevoerd. En anders dan veelal wordt verondersteld, had ook de insulinegevoeligheid van hun lever geen baat bij vetarme spijzen. Bisschop: ‘Een toenemende ongevoeligheid voor insuline is een van de typische kenmerken van type-2-diabetes. Daardoor wordt de glucoseproductie onvoldoende geremd, terwijl de lichaamscellen steeds moeilijker glucose gaan opnemen. Als een dieet de productie van glucose bij diabetici niet vermindert, zou het dus op z’n minst het effect van insuline moeten opkrikken. Maar niets van dat alles.’
En een vetrijk annex koolhydraatarm dieet?
Bij gezonde mensen leek het effect daarvan weinig goeds te voorspellen. Het gebrek aan koolhydraten leidde, voorspelbaar genoeg, tot een verminderde glycogeenvoorraad in de lever. Die vermindering bleek de glucoseproductie te remmen – dat was het goede nieuws. Het slechte nieuws was dat de insulinegevoeligheid van de lever tegelijkertijd afnam.
’Als je dat bij gezonde mensen ziet gebeuren, hou je je hart vast voor de gevolgen bij diabeten’, aldus Bisschop. ‘Het laatste wat je wilt is de insulinegevoeligheid bij die patiënten nóg beroerder maken.’ Tot zijn verrassing pakte het anders uit. Net als bij gezonde proefpersonen zorgden de vette milkshakes bij diabeten voor een omschakeling in de stofwisseling. Vet werd de belangrijkste energieleveraar. En net als bij de gezonde populatie verminderde de glycogeenvoorraad in hun lever. Maar anders dan verwacht bleef de insulinegevoeligheid op peil. Nettoresultaat: een verlaagde bloedsuikerspiegel zonder verdere verslechtering van de lichaamsfuncties. ‘Precies wat je wilt’, glundert de onderzoeker.
Hoopgevend
Mogen we concluderen dat diabeten meer baat hebben bij een vetrijk dan bij een koolhydraatrijk dieet? Dat gaat de promovendus te ver. ‘Wat je kunt verdedigen is dat zo’n dieet bij patiënten voor wie afvallen geen reële optie is, een gunstige invloed heeft op de glucoseregulatie. Op voorwaarde dat ze er niet nóg meer van aankomen.’ Hij verwacht niet dat de diabetesverenigingen het voedingsadvies voor chronisch zwaarlijvigen spoorslags zullen wijzigen. ‘Eerst zal heel duidelijk moeten worden wat een vetrijk eetpatroon op de lange termijn doet. Of de vetstofwisseling er niet door verstoord raakt, zodat de kans op hart- en vaatziekten toeneemt.’ Maar ook in dat opzicht is het perspectief volgens hem gunstig. ‘De weinige lange-termijnonderzoeken die op dit moment voorhanden zijn, reiken tot een jaar. En in die periode zie je geen nadelige gevolgen voor de vetstofwisseling.’ Hoopgevende berichten, kortom.
En alsof het niet op kan, knoopt de promovendus er ook nog eens een splinternieuwe hypothese over het ontstaan van type-2-diabetes aan vast. De onomkeerbare switch van koolhydraten naar vet als primaire brandstof lijkt in dat proces een sleutelrol te spelen.
Bisschop: ‘Als je gezonde mensen elf dagen vetrijk eten voorschotelt, dat hebben we aangetoond, is hun lichaam geneigd vet te blijven gebruiken als voorkeursbrandstof. Zelfs als je ze insuline geeft, schakelen ze niet over op glucose. Dat gebeurt pas weer als ze iets met koolhydraten eten. Bij diabeten zie je iets dergelijks, alleen is het proces daar een fase verder. Door het overdonderende aanbod van vet kunnen diabeten helemaal niet meer terugschakelen naar koolhydraten als primaire energiebron. In mijn optiek is die blijvende aanpassing van het lichaam een van de allereerste stappen in het ziekteproces. De voorkeur voor vetbranding wordt chronisch - en dan kan de ongebruikte glucose zich alleen nog maar ophopen.’
Bron: AMC website